Persbericht Uitspraak Rechtszaak Veilig Onderwijs

Persbericht

Download the English press release here.

Tussenvonnis rechtszaak over veilig onderwijs op scholen: voorzieningenrechter vindt de argumenten van de Staat voor zijn coronabeleid voor scholen niet overtuigend, Staat moet meer informatie verstrekken.

De voorzieningenrechter heeft vandaag (bij vervroeging) een tussenvonnis gewezen in de procedure van Stichting Protect Everybody en een aantal bezorgde ouders over veilig onderwijs op scholen. Deze zaak gaat onder meer over het veiliger maken van onderwijs tijdens de corona-pandemie. Een van de vorderingen is dat de Staat zich aan de richtlijnen van de WHO houdt: op middelbare scholen moet minstens een meter afstand worden gehouden en als dat niet mogelijk is, een mondneusmasker worden gedragen, zolang de viruscirculatie hoog is.

De voorzieningenrechter heeft vandaag geoordeeld dat het verweer van de Staat tot nu toe niet overtuigend is. De Staat krijgt nog wel de mogelijkheid om uiterlijk op 23 december bij een akte nadere uitleg te geven. Eisers mogen daar op 30 december weer op reageren, waarna de voorzieningenrechter eindvonnis zal wijzen.

De voorzieningenrechter overweegt in het vonnis het volgende:

4.11. Het onder (i) genoemde verweer overtuigt niet, omdat niet alleen het OMT als autoriteit kan worden beschouwd op het gebied van de bestrijding van het coronavirus, maar — zoals hiervoor al vermeld — ook de WHO. Daarbij komt nog dat het OMT weliswaar niet voorstelt extra maatregelen te treffen op scholen, maar in het rapport van 3 november 2020 wel meldt zich zorgen te maken over de overdracht van het coronavirus onder adolescenten en jongeren. Die zorg sluit aan bij recente epidemiologische rapporten van het RIVM (van 24 november 2020 en 1 december 2020), waaruit volgt dat jongeren in de leeftijd van 15-19 jaar momenteel de meest besmette groep zijn. Het OMT geeft bovendien de — verderstrekkende maatregel — in overweging van online onderwijs voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs. In dat licht valt te begrijpen dat eisers vraagtekens plaatsen bij de beslissing om het onderwijs — afgezien van de al geldende maatregelen — ongemoeid te laten.

4.12. De voorzieningenrechter acht de andere argumenten van de Staat om af te wijken van de WHO-richtlijn op dit punt vooralsnog evenmin overtuigend. De Staat heeft niet concreet gemaakt dat en hoe het gebruik van mondkapjes tijdens de les het verloop daarvan zouden belemmeren. Daarbij komt dat op zichzelf juist is dat buiten school (afgezien van in publieke binnenruimtes) evenmin een veilige afstandsnorm en mondkapjesplicht gelden, maar buiten school kan ervoor worden gekozen om bepaalde plekken te mijden waar middelbare scholieren of anderen samenkomen. De leerplicht verhindert dat voor wat betreft het bezoek van een schoolgebouw.

De Stichting en de ouders hadden ook gevorderd dat de informatieverstrekking van de Staat over de besmettelijkheid en de verspreiding van het virus onder jongeren zou worden aangepast. Voorafgaand aan de zitting had de Staat al een aantal uitlatingen verwijderd of aangepast. De voorzieningenrechter heeft hierover vastgesteld dat er onduidelijkheid bestaat over de precieze rol van jongeren bij de verspreiding van het virus, maar geoordeeld dat de (aangepaste) uitingen van de Staat niet onzorgvuldig zijn, omdat er bij de informatie ook wordt vermeld dat de besmettelijkheid van kinderen toeneemt als ze ouder worden.

Tenslotte werd in deze procedure gevorderd dat de Staat leerplichtambtenaren niet langer op zou roepen om de leerplicht te handhaven met betrekking tot ouders thuishouden in verband met het risico op besmetting met het coronavirus. Tijdens de eerste golf werd de leerplicht niet gehandhaafd. De voorzieningenrechter overweegt hierover dat de Staat tijdens de procedure "expliciet [heeft] bevestigd dat vrijstellingen op de fysieke aanwezigheidsplicht “vanzelfsprekend” mogelijk zijn". Daarom is het beleid van de Staat volgens de voorzieningenrechter ook onder de huidige omstandigheden niet evident onjuist.

Wel merkt de rechter nog het volgende op: "Het dossier van deze zaak bevat voorbeelden van correspondentie van leerplichtambtenaren met ouders, waarin wordt gedreigd met strafrechtelijke vervolging en inschakeling van de Raad voor de Kinderbescherming. Hoewel de voorzieningenrechter uit het betoog van eisers niet de indruk krijgt dat op grote schaal wordt vermeden om een redelijk gesprek aan te gaan, spreekt het wel voor zich dat leerplichtambtenaren in dezen enige sensitiviteit tonen. Het is alleszins begrijpelijk dat ouders met kinderen, andere gezinsleden of (verzorgde) familieleden met een kwetsbare gezondheid, bezorgd zijn over hun gezondheid zolang het coronavirus rondwaart. Deze bijzondere gevallen vragen om een enige coulance. Het is aan leerplichtambtenaren om hier een redelijke weg in te vinden."

De volledige uitspraak is hier te lezen: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBDHA:2020:12689

De eisers

De stichting Protect Everybody is opgericht met als doel het bevorderen van een veilige samenleving tijdens de SARS-CoV-2 pandemie, en het bevorderen van een maximale indamming van het coronavirus. Bij de Stichting zijn de volgende platforms en organisaties aangesloten: Containment Nu, EndCoronavirus en het wetenschappelijke instituut New England Complex Systems Institute, Scholen Veilig, Scholenmeldpunt en de Zero Covid Alliance.De overige eisers in de zaak zijn ouders die zich ernstige zorgen maken over de situatie op scholen, en/of ouders die hun kind thuishouden uit angst voor besmetting en geconfronteerd worden met handhaving door de leerplichtambtenaar en soms zelfs met Veilig Thuis.

De zaak wordt voor eisers gevoerd door Höcker Advocaten.

Woordvoerder: Michael Blok, mick@containmentnu.nl W: veiligonderwijs.org